Stage
In de eerste jaren op het VSO krijgen leerlingen een breed vakkenaanbod. Naarmate de leerling ouder wordt, nemen praktijkvakken een steeds belangrijkere plaats in binnen het onderwijs. Het onderwijs richt zich dan ook meer op uitstroom. Van praktijk naar interne stage, vervolgens begeleide externe stage en daarna zelfstandige externe stage. Regelmatig overleg tussen de coördinatoren van de interne stage en de ( begeleide) externe stage waarborgt een goede doorstroming.
Begeleide interne stage (BIS)
Als voorbereiding op de externe stage nemen alle leerlingen vanaf ongeveer 16 jaar deel aan een interne stage. Voornaamste doelstelling daarbij is het aanleren van praktische en sociale werknemersvaardigheden. Dit doen we door middel van schoonmaakwerkzaamheden, oud papier ophalen, verzorgen van de was en het werken in de koffiebar en spoelkeuken. Dit doen ze binnen het gehele schoolgebouw. Soms verlenen ze assistentie binnen het SO. Daarmee zetten de leerlingen een eerste stap met het werken buiten de hun vertrouwde omgeving.
Een leerling loopt stage gedurende een periode van drie tot zes maanden. Na ongeveer 8 weken is er een tussenevaluatie en aan het eind een eindevaluatie. Daarbij wordt bekeken of de stage wordt verlengd of stopt. Als voorbereiding op de externe stage wordt in een persoonlijk stageboek alles betreft de stage bijgehouden die wordt afgesloten met een eindevaluatie. Het stageboek gaat mee naar de (begeleide) externe stage.
Begeleide externe stage (BES)
Tussen de begeleide interne stage en de zelfstandige externe stage zit de Begeleide Externe stage, waarbij het aanbod kan worden verbreed naar verschillende leerpraktijken en nieuwe vaardigheden worden geoefend en geleerd. Leerlingen oefenen en ontwikkelen werknemersvaardigheden in een nieuwe leerpraktijk buiten de school zodat arbeidsmogelijkheden worden vergroot.
Zelfstandige externe stage (ZES)
Deze stage is nog specifieker gericht op uitstroom naar dagbesteding, arbeid of vervolgopleiding. De werknemersvaardigheden, sociale vaardigheden, interesses en mogelijkheden zijn goed in beeld gebracht in het OP. De stagecoördinator zoekt één of meerdere stageplekken waar de leerling ervaring kan opdoen en kan wennen aan een nieuwe leerpraktijk na schoolverlating. Leerling, ouders/mentoren en onze stage coördinator maken dan definitieve keuzes m.b.t. de gewenste naschoolse dagbesteding of werkplek. Ouders melden in overleg met onze stagecoördinator zo nodig hun zoon of dochter aan bij de instanties die zich bezighouden met de naschoolse voorzieningen, dan wel een oriëntatie op een baan in het vrije bedrijf. De school hanteert bij alle stages doorlopende leerlijnen: werknemersvaardigheden BIS→BES→ZES.
Aan de hand van de leerlijn Voorbereiding op Dagbesteding en Arbeid en Leren omgaan in sociale situatie worden doelen gesteld om zo goed mogelijk te participeren in de maatschappij. Voor de procesdoelen worden opgesteld n.a.v. de kerndoelen. De productdoelen hebben te maken met de werkzaamheden die gedaan moeten worden. Elke leerling heeft een stagemap met daarin de formulieren en stappenplannen met deze doelen.