Praktijkvakken
De praktijklessen worden gegeven door vakleerkrachten in een praktijklokaal. Onze leerlingen zullen dus niet de hele dag les krijgen in een theorielokaal. Elke week krijgen de leerlingen les in de volgende praktijkvakken:
Beeldend vormen: Beeldend vormen is een creatief vak, waar verschillende technieken aan bod komen, zoals tekenen, schilderen en knutselen. De opdrachten passen bij de belevingswereld en vaardigheden van de leerlingen. Beeldend vormen is een ontspannen activiteit, waarbij gevoelens, ideeën en meningen zichtbaar gemaakt worden in zelfgemaakte en ook voor anderen begrijpelijke beelden. Leerlingen leren hun vaardigheden uitbreiden om belangrijke kenmerken van de wereld vorm te geven. Ideeën voor vrijetijdsbesteding komen vaak tot stand tijdens dit leuke vak. Er worden regelmatig tentoonstellingen ingericht in de gangen en lokalen van de school.
Ontwerp talent: Het vak “Ontwerp talent” draait om het creatieve denken. Hoe kom ik tot oplossingen? Hoe loop ik minder snel vast? En hoe zet ik problemen om naar mogelijkheden? Middels tekenen, handvaardigheid, houtbewerking, drama en muziek leren de leerlingen zich over deze vragen te buigen. Met vallen en opstaan zullen zij hun zelfvertrouwen gaan vergroten.
Door de afwisseling in materialen en lesaanbod kan elke leerling op zoek gaan naar zijn of haar talent. Een soort ontdekplek dus. Kortom, Ontwerp talent is een vak voor iedereen!
Techniek: Tijdens het vak Techniek, hebben de leerlingen de mogelijkheid om zich technische vaardigheden aan te leren. Deze vaardigheden variëren van tekenen tot het behalen van het veiligheidscertificaat (VCA). Dit is afhankelijk van het uitstroomprofiel.
Door het uitgebreide assortiment werkstukken/activiteiten kan er ingespeeld worden op de leerling als individu. Het feit dat een leerling zelf voor iets kiest wat hij of zij wil doen, levert motivatie op, van waaruit gewerkt kan worden. De leerlingen ontwikkelen hun vaardigheden door het zelf te doen. Het fouten mogen maken, het ervarend leren is de rode draad die door de technieklessen loopt. Gedurende het schooljaar wordt er naast veiligheid aan de volgende onderdelen specifiek aandacht besteed: tekenen/meten, gereedschappen, materialen en verbindingen. Hierbij kan de leerling laten zien dat hij/zij bepaalde vaardigheden beheerst.
Huishoudkunde: Huishoudkunde is een leuke en leerzame les waarin leerlingen kunnen werken aan hun zelfstandigheid. Om dit te bevorderen leren de leerlingen om zo zelfstandig mogelijk een maaltijd te maken, met alles wat daarbij komt kijken.
Naast het zelfstandig koken, moeten de leerlingen ook samen kunnen werken, hygiënisch werken, geduld opbrengen voor elkaar, gezamenlijk eten, afwassen en de eigen werkplek netjes achterlaten. Door de leerling zo zelfstandig mogelijk te laten werken, leert hij gaandeweg wat hij al goed kan en wat er nog verbeterd kan worden.
Bewegingsonderwijs: Alle klassen bij ons op school nemen deel aan de lessen Bewegingsonderwijs. De onderbouw heeft drie keer per week een lesuur bewegingsonderwijs, waarvan twee keer in combinatie met een andere onderbouwklas. Op die twee momenten staat er een spelactiviteit op het programma. Het derde lesuur van de week is alleen met hun eigen klas en dit is (afhankelijk van de periode) een turn-, judo- of atletiekactiviteit. We sporten zo nu en dan ook graag buiten, als het weer het toelaat. We hebben leuke en uitdagende materialen zoals: mountainbikes, longboards, steps, skeelers en sup’s. Naast de reguliere lessen wordt er elke periode in ieder geval 1 sportdag georganiseerd. De thema’s van de sportdag verschillen en zijn individueel gericht (zoals bij de atletieksportdag) of gericht op klassenprestaties (zoals bij de samenwerkingssportdag).
Een belangrijk onderdeel van het vak Bewegingsonderwijs is de Nationale Sportweek die wij elk jaar in april organiseren. Het doel is om leerlingen kennis te laten maken en enthousiast te maken voor verschillende sport- en beweegactiviteiten die over het algemeen niet in de lessen Bewegingsonderwijs worden aangeboden.
Belangrijk om te weten is dat er in de gymlessen gewerkt wordt aan het verbeteren van de motorische prestaties, maar daarnaast ook aan het vergroten van de sociale vaardigheden. Het gaat dan om vaardigheden als het vergroten van het zelfvertrouwen, leren omgaan met winst en verlies, leren rekening houden met anderen, samenwerken met klasgenoten en dergelijke.
Weerbaarheid: Alle klassen op het Emaus College hebben één uur per week Weerbaarheidstraining. Het doel van deze training is door middel van uitdagende (beweeg)activiteiten de leerlingen weerbaarder te maken. Weerbaar zijn betekent dat je voor jezelf op kan komen op een adequate manier en in een moeilijke situatie de juiste keuzes kan en durft te maken. We oefenen met die situaties, maar ook met de voorwaarden die nodig zijn om dit te kunnen (zoals inzicht hebben in wat je uitstraalt en zelfvertrouwen hebben). De lessen worden themagericht aangeboden en een thema wordt gedurende 8 tot 14 weken behandeld. De thema’s die bij ons aan bod komen zijn: samenwerken, houding, vertrouwen en grenzen. Aan het eind van elke uur evalueren we de training door middel van het geven van tops (complimenten) en tips (hoe kan het nog beter) door de leerlingen aan zichzelf en/of aan elkaar. Het doel hiervan is dat de kinderen inzicht krijgen in eigen gedrag en wat adequaat/wenselijk gedrag is en wat niet.
Leren, Loopbaan en Burgerschap, Zelfredzaamheid en Vrijetijdsbesteding: De leerlingen worden bij deze vakken voorbereid op hun rol als burger in de maatschappij. De thema’s die o.a. aan bod komen zijn: wetten/regels, media, culturen, pesten en topografie/reizen.
Daarnaast worden er vaardigheden aangeleerd voor zelfredzaamheid. Denk daarbij aan huishoudelijke activiteiten, klein-technisch onderhoud, Social Media, mobiliteit en sociale redzaamheid zoals het maken van afspraken (dokter, tandarts enz.).
Bij het vak Vrijetijdsbesteding is er aandacht voor hobby’s, sport, muziek en het opbouwen van een sociaal netwerk.