Praktijkvakken
TECHNIEK (ALGEMEEN)
Ervaringsgericht werken, dat is de kern bij A.T. (Algemene Techniek). Al doende leren. Bij A.T. wijzen we vooral de weg op een manier van: ‘kijk eens hoe handig je daarmee bent’. De leerlingen van de onderbouw leren om te gaan met diverse materialen (zoals: hout, metaal, karton, papier, klei, verf en gereedschappen en gereedschappen) en allerlei gereedschappen. Verder werken we aan gevoel voor vormgeving en kleuren:
- vormen benoemen en toepassen
- kleuren waarnemen en gebruiken
- eigen ontwerpen maken en vormgeven enz.
Er worden basisvaardigheden aangeleerd, sociale omgang én vooral succeservaringen opgedaan. Het vak is een middel om dit te bereiken.
Naast verplichte opdrachten werken leerlingen aan zelfstandig gekozen werkstukken; in beide gevallen wordt er gelet op:
- lezen van een eenvoudige tekening
- structuur ontwikkelen
- zelfstandig durven werken
- planmatig werken
Het is bij A.T. vooral zaak dat de leerling materiaal herkent en benoemt zodat later ook is aan te geven wanneer het wordt gebruikt. Dit gebeurt bij voorkeur tijdens de praktische oefeningen. Vaardigheden als rekenen zijn ook goed te gebruiken; bijvoorbeeld breuken, inhoud- en oppervlaktematen, gewichten, afstanden. Taalvaardigheid wordt ‘al doende geleerd’ bij de praktische oefeningen. Het lezen (en deels begrijpen) van een werkblad of instructieboekje is goed te combineren met het vak Nederlands. Daarnaast is er aandacht voor veilig leren werken en persoonlijke bescherming.
Bij A.T. hebben we in ieder geval een gezonde dosis relativerings- en doorzettingsvermogen én humor, want zonder humor kom je er niet
CONSUMPTIEVE TECHNIEKEN/ KOKEN
Bij het praktijkvak koken worden de leerlingen geholpen meer zelfredzaam te zijn, dus beter voor zichzelf te kunnen zorgen.
Hierbij kunt u denken aan:
- zelfstandig je eigen potje te kunnen koken
- zelf boodschappen kunnen doen
- hygiënisch en veilig te kunnen werken
- smaak ontwikkelen en een gezonde voeding kunnen samenstellen
Naast het leren om zelfredzaam te kunnen zijn is het praktijkvak koken ook bedoeld als voorbereiding op arbeidstraining. Natuurlijk is het goed dat de leerling straks zelfstandig kan koken. Maar zeker zo belangrijk is het trainen van algemene vaardigheden zoals: kunnen luisteren, op tijd komen, wachten op je beurt, normaal taalgebruik, omgaan met feedback, enz. Deze eigenschappen heb je nodig in elke baan. Of je nu keukenhulp of magazijnmedewerker wordt. Hier zou je kunnen zeggen dat het ‘kookvak’ gebruikt wordt als middel om deze algemene vaardigheden te trainen. Veiligheid is ook heel belangrijk in de keuken. We werken met messen, hete pannen en elektrische apparaten. Tenslotte is hygiënisch werken erg belangrijk in de keuken. Je werkt met rauwe producten zoals vis en vlees en dit vraagt om zorgvuldig en netjes werken.
Hoe ziet de kookles er uit
Nadat de docent uitgelegd heeft wat de werkzaamheden inhouden, ga je zelfstandig in een eigen keuken een gerecht bereiden. Dit kan van alles zijn zoals: stamppot, pizza, stoofschotel, nasi enz. Als het gerecht klaar is gaan we samen aan tafel en eten het gerecht op. Na het eten gaan we afwassen en onze eigen werkplek schoonmaken. Koken geeft veel voldoening. Het is vaak erg lekker en het is ook nog heel gezellig om samen te eten. Kortom: koken is een mooi vak.
METAAL
Metaal is bij uitstek geschikt om op velerlei manieren te bewerken, dat varieert van lassen, slijpen tot buigen, boren, zagen, vijlen enz. Al vanaf de eerste dag ligt de nadruk op netjes en precies leren werken, daarbij wordt de lat steeds een beetje hoger gelegd.
In het eerste jaar metaaltechniek wordt geleerd op een goede manier met gereedschappen en materialen om te gaan, en er worden een aantal eenvoudige werkstukjes gemaakt. In het tweede leerjaar mogen leerlingen met de opgedane vakkennis, in overleg met de meester, zelf werkstukjes bedenken en uitvoeren. Ook komt het regelmatig voor dat een groepje leerlingen samen een grote opdracht doet, bijvoorbeeld het bouwen van een motorskelter of een mooie crossfiets.
Het mag duidelijk zijn dat leerlingen al doende handiger worden, motorisch vaardiger zogezegd. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen hun handen goed leren gebruiken, daardoor zijn ze minder afhankelijk, en het versterkt hun startpositie in een toekomstige werksituatie.
Het vak metaaltechniek is vooral ook een middel om te werken aan het versterken van de sociale vaardigheden van de leerlingen. Daarbij ligt het zwaartepunt op het gedrag in toekomstige werksituaties: omgaan met gezag, samenwerken, veiligheid, doorzetten, afspraken nakomen, enz.
De vakleerkracht metaaltechniek heeft opleidingen genoten in mechanische- en installatietechniek, en heeft werkervaring in de bouw, en het MBO. Hij kent dus de wereld van het onderwijs en weet bovendien wat er op de werkvloer in het bedrijfsleven gevraagd wordt.
TUIN
Op het terrein van De Lasenberg staat een grote kas, waar de werkmeester samen met leerlingen gedurende alle seizoenen de nodige planten zaait, stekt, poot, etc. De mooie tuin rondom de Lasenberg, wordt gedeeltelijk bijgehouden door de leerlingen. Dus genoeg werk aan de winkel voor iedereen die met dit vak te maken heeft!
Tijdens de lessen tuin werken we aan de werknemersvaardigheden, omdat deze nodig zijn om een goede werknemer te worden. Ook leren leerlingen om te gaan met gereedschap zoals een heggenschaar, de hark en bladblazers.
HOUTBEWERKING
Hout is een van de mooiste materialen die er op aarde is. Veel van onze leerlingen in de onderbouw hebben dit tijdens de lessen algemene techniek kunnen ervaren. In de middenbouw gaan de leerlingen gericht lessen houtbewerken volgen. Tijdens deze lessen ontdekken leerlingen steeds meer wat er met dit mooie materiaal allemaal mogelijk is. Dat kan variëren van een kaarsenkandelaar of een schaaltje draaien op de houtdraaibank, tot bijvoorbeeld een eigen ontworpen tv-tafel.
Elk nieuw schooljaar beginnen we met een werkstuk wat de vakleerkracht heeft bedacht. Is dit verplichte werkstuk af dan mogen leerlingen komen met eigen ideeën en ontwerpen. Als dit met de mogelijkheden van de leerling en hulp van de vakleerkracht haalbaar lijkt, gaan de leerlingen aan de slag. Op deze manier werken de leerlingen aan:
- Vergroot de leerling door oefening zijn/ haar vaardigheden
- Het leren uit te werken van ideeën op papier middels een tekening
- Na te denken over de juiste constructie van een werkstuk
- Na te denken over de best bruikbare materialen voor het bedachte ontwerp
- En, heel belangrijk, om zorgvuldig en veilig om te gaan met gereedschappen en materialen
Het allerbelangrijkste: leren samenwerken, overleggen en luisteren naar de uitleg.
ICT
Op de Lasenberg volgen alle leerlingen informatica lessen met o.a. het programma Instruct Toets-ICT. Onderdelen hierbinnen zijn:
- Word Pro
- Excel Pro
- Powerpoint Pro
- Digi veiligheid Pro
Daarnaast worden nog allerlei andere programma’s gebruikt/aangeboden, welke inspelen op het huidige marktaanbod.
Naast het feit dat de ICT-lessen gebruikt worden ter voorbereiding van het IVIO-informatica examen, worden de lesmethodes ook gebruikt om de leerling voor te bereiden om straks bij een werkgever goed te kunnen functioneren. Het is natuurlijk zeer wenselijk dat de leerling leert met de computer om te gaan zodat zij zelfstandig kunnen tekstverwerken, veilig internetten, en correcte e-mails kunnen versturen. Hierdoor versterk je je plek in de maatschappij. Bovendien is het leren en het hebben van succeservaringen door zelf iets te kunnen maken erg belangrijk en stimulerend. Dit geeft plezier in het werk.
SPORT
De Lasenberg beschikt over een moderne sportzaal, aangepast aan de eisen van deze tijd. Sport heeft een centrale plaats gekregen binnen de school. Niet alleen door de ligging in het midden van het gebouw maar ook doordat dit vak door alle leerlingen van de school wordt gevolgd. Binnen het praktijkvak Sport is er voor ieder wat wils. Het aanbod is uitdagend, wisselend, vaak competitief en vaak op een speelse manier. Precies op maat voor onze “bewegelijke” doelgroep.
Naast sport specifieke vaardigheden, zoals het aanleren van volleybal-, handbal- en/of voetbaltechnieken, is er veel aandacht voor vakoverstijgende doelen. Het begint met het meenemen van de benodigde sportspullen. Gezien alle groepen in klassenverband sporten, is dit een ideaal praktijkvak om de groepsbinding te verbeteren en de samenwerking binnen de groep te bevorderen. Andere vakoverstijgende thema’s zijn: omgaan met winst en verlies, correct taalgebruik en natuurlijk ook om mogelijke conflicten zelfstandig op te lossen.
Enkele keren per jaar wordt er op school een sportief evenement georganiseerd. Dit kan zijn een voetbaltoernooi, maar ook een sport- en/of speldag vlak voor de vakantie. In het kader van sport-oriëntatie kan het ook zijn dat we een dag gaan vissen of bijvoorbeeld een klimhal bezoeken.